zondag 30 augustus 2015

We zitten weer

Daar zitten we weer. En boot vol met studenten en allemaal zonder koffer. Dus jongeren die in Zeeland blijven studeren. Het is hun eerste dag en ik voel hun spanning. Het slaat bijna over op mij. Ze hebben wel of niet al vrienden gevonden. Degenen die vrienden gevonden hebben babbelen er vrolijk op los. Nog geen gemopper op school, nog geen stress voor toetsen. Gewoon vrolijk gebabbel, zoveel dat het een brei van gebabbel is. Ze hebben nog geen vaste plekken en zijn verspreid over de boot gaan zitten. 

Tussen de studenten zitten twee oudere mensen ieder wel met een koffer. Zouden ze op reis gaan naar hun huis of juist weg van huis? Ze horen niet bij elkaar. De vrouw heeft een button op. Ik kan net niet zien wat er op staat. Of ze is dement en weet haar naam niet en staat dat er op of ze gaat een groepsreis maken en is ze ingedeeld in een groep en moest ze die button op. Er zijn mensen die die button dan thuis al op doen. Dan ziet de hele wereld dat ze behoren tot een groep. Mooi is dat eigenlijk. 

En niet te vergeten de docenten aan boord. Mezelf niet meegeteld zitten er twee. Ze zitten een beetje in een krant te lezen niet nieuwsgierig naar de studenten  ik wel. Welke zitten volgende week bij mij in de klas? Hoe zouden ze zijn? Is het goed dat we elkaar elke dag aan boord zien of juist niet? 

Ik heb er zin in, zij hopelijk ook 

zaterdag 22 augustus 2015

Boodschappen en andere opvallende verschillen

De vakantie is bij gedaan. Maandag mag ik weer iedere dag overvaren. Wij hebben dit jaar genoten van een vakantie in.... Zeeland. En dat is vakantie genoeg. Nu ben ik geen strandganger maar ik kan enorm genieten van de mensen die dat wel zijn. Wit heen, rood terug of donkerbruin. Dat zijn vooral de hele oude en heel magere mensen die eigenlijk hun kleding beter aan kunnen houden.

Zelfs op het land maak je als niet toerist leuke dingen mee met de toeristen en in de jaren zijn ze nog niet veranderd. Ik heb dit jaar eens, in navolging tot de krant, op de verschillen gelet. En ik denk dat ik de voorkeur geef aan de Duitse toerist.
De'n Hollander heeft ook tijdens zijn vakantie nog haast. Doet aan bumperkleven bij de'n Belgische toerist die volgens mij nooit haast heeft en de Nederlandse verkeersregels niet kent. De Hollander haalt in zodra hij denkt dat het kan (en dat is altijd) heeft een enorme hekel aan landbouwverkeer en ander langzaam rijdend verkeer. Maar ja, die komen nu net hier heel veel voor, zeker tijdens het eind van de zomer als de oogst van het land moet en daarna het hooi en stro en daarna geploegd enz.

Bron: omroepZeeland
De Belg heeft nooit haast, nergens. Op hun gemakje slenteren ze door de supermarkt kijkend en kletsend. De file achter hen deert hen niet. Zij hebben alle tijd. Op hun gemakje vullen zij hun auto.
Het karretje staat dan even op straat en niemand kan er langs.

Op hun gemakje rijden ze terug naar hun vakantiebestemming. Ze rijden 70 want dat is de snelheid in België, zij geven geen voorrang op rotondes en als ze afslaan doen ze dat voorlangs. (Dat is op zich wel een slimme want dan hoef je niet op elkaar te wachten).

De Duitser houdt zich strikt aan de regels, groet iedereen en is altijd vriendelijk. Ze kennen de verkeersregels. Hun auto's zijn wat groot, maar ach je moet ergens mee opvallen toch.

Maar maandagochtend zal ik geen toeristen zien. Dat is nog te vroeg. Dan zijn er alleen scholieren. Zenuwachtig voor hun eerste schooldag. Hoewel volgens mij zijn het alleen de docenten die volgende week al beginnen. De studenten hebben nog even. Ik laat het ongetwijfeld wel weten.